Wetenschap met de natte vinger
Wetenschap boekt slechts vooruitgang door het formuleren van hypothesen. Deze kunnen juist of fout zijn. Nader onderzoek – door hetzelfde of een ander onderzoeksteam – kan de geformuleerde hypothesen ondersteunen of net onderuit halen. Het nieuwe onderzoek kan helpen in de ontwikkeling van betere hypothesen en interpretaties. Tot zover de theorie. In de praktijk loopt het helaas echter niet steeds zoals we dat zouden willen.
Weetjes
Het is belangrijk te begrijpen hoe ‘weetjes’ evolueren tot standaardkennis. Soms komt dat door historisch toeval of theorieën die populair waren in vroeger tijden. Andere errors resulteerden uit politieke agenda’s, professionele ambities en de aantrek van erg goed vertelde verhalen. Vooral dat laatste is erg belangrijk geweest. Een verhaal mag zo scheef staan als een hoerentoeter, zolang het goed verteld wordt, volgt de massa. We nemen het Puma Punku tempelcomplex in Bolivia (Zuid-Amerika) als voorbeeld. Verhalen gaan dat het waarschijnlijk het oudste bouwwerk is dat op aarde te vinden is. We lezen meer dan eens:
– “Sommige wetenschappers dateren Puma Punku op ongeveer 3.000 voor Christus, maar andere wetenschappers spreken over jaartallen tussen de 10.000 en 15.000 voor Christus. Moderne dateringstechnieken lijken er niet uit te komen.”
– “Met de modernste technologie en informatie gaan de structuren van Puma Punku tegen alle bestaande logica in. Vooralsnog lijkt geen enkele vooraanstaande wetenschapper ook maar enig idee te hebben hoe het mogelijk was om in de tijd dat Puma Punku gebouwd werd dit met de toenmalige stenen tijdperktechnieken te realiseren. Sterker nog: zelfs met onze huidige technieken zal het vrijwel niet te realiseren zijn.”
– “Als de huidige wetenschap geen flauw idee heeft wie Puma Punku gemaakt hebben, hoe en waarom zij dit gemaakt hebben, is het dan zo vreemd om te stellen dat er duizenden (of tienduizenden) jaren geleden een geavanceerde buitenaardse beschaving bestond die (mede) verantwoordelijk was voor dit bouwwerk? Er zijn immers wel meer aanwijzingen in zowel geschriften als in oude geavanceerde bouwwerken die lijken te wijzen in deze richting.”
– “De destructie van het meer dan 15.000 jaar oude Puma Punku complex is een interessant gegeven. Wat er nog van overeind staat en wat er nog verder van overgebleven is, geeft te kennen dat het misschien met voorbedoelde redenen is vernietigd en weggenomen.”
Nochtans zijn slechts enkele minuten tijd nodig om een heleboel wetenschappelijk verantwoorde artikels te vinden die het voorgaande compleet omverwerpen. Waarom blijven mensen met de foute gedachtegang rondlopen? Het verhaal dat Puma Punku 15.000 jaar oud is, of – wie weet – zelfs ouder, spreekt tot de verbeelding en heeft als gevolg dat we bijna verplicht zijn buitenaardse hulp in te roepen ter verklaring van de bouw. En wie wilt er nu geen bewijs van buitenaardse activiteit op onze aarde?
Ontstaan van een mysterie
Het begint allemaal wanneer de Spanjaarden in de zestiende eeuw het land binnendringen en danig onder de indruk zijn van de monumentale architectuur, alsook van de verweerde toestand waarin de gebouwen zich bevinden. Stap één naar het mysterie, en zodoende naar de pseudowetenschap, is snel gezet. Puma Punku, en Tiwanaku meer algemeen, wordt een van de eerste archeologische centra in de regio; de Tiwanaku-stijl ontstaat. We slaan wat eeuwen over en komen in het begin van de vorige eeuw terecht, de tijd waarin de principes van stratigrafie worden ontdekt. Max Uhle (1856-1944) ontdekt objecten onder de aardlagen (strata) met “Tiwanaku-stijl objecten”, andere objecten erboven en nog andere in dezelfde aardlagen. Al snel word overgegaan tot pre-Tiwanaku culturen, Tiwanaku culturen en post-Tiwanaku culturen en nog sneller zal dit algemeen geaccepteerd worden. Archeologen doen hun uiterste best om invloeden van Tiwanaku te vinden in andere kunststijlen in de Andes-regio. Zo suggereert Philip Means (1892-1944) dat de archeologische site van Chavín de Huántar post-Tiwanaku is. Studenten nemen dit over en zo wordt Tiwanaku nog belangrijker dan het eigenlijk al niet had mogen zijn. [Het feit dat later blijkt dat de site van Chavín de Huántar meer dan een millenium vóór de bouw van Tiwanaku werd gebouwd zal u niet bepaald vreemd zijn.]
Carlos Ponce’s monumentale invloed
Het kan nog beter: Arthur Posnansky (1873 – 1946) maakt van Tiwanaku de ‘bakermat van de Amerikanen’ en Carlos Ponce (1925-2005) wil – als archeoloog en politicus – Bolivia een nieuw elan geven, met Tiwanaku en Puma Punku als nationale symbolen. Tiwanaku wordt gepresenteerd als een luisterrijke stad, in elk opzicht vergelijkbaar met de grootste steden uit de Oude Wereld. Dat Tiwanaku exclusief Boliviaans moet zijn, zonder enige invloed van vroegere culturen in Peru of Chili, heeft veel, zo niet alles, met Ponce’s positie als politicus te maken.
In 1967 werkt Edward Lanning hét klassieke werk over archeologie in de Andes af. Ook in deze nochtans indrukwekkende bijdrage blijft Tiwanaku gelden als beïnvloedende factor voor het ontstaan van andere culturen in de regio, met niet de minste wetenschappelijke bewijzen. Als er al bewijsmateriaal van Tiwanaku wordt meegenomen in het onderzoek, is het zowel erg gelimiteerd als interpretatief. De invloed van Ponce is enorm; assistenten en studenten publiceren volop … maar steeds slechts na Ponce’s correcties en goedkeuring.
In de kiem gesmoord
Alternatieve hypothesen worden de kiem in gesmoord door Ponce zelf, die handig inspeelt op de nieuwe gegevens om zo mogelijk Tiwanaku nog meer aanzien te geven. De drie cultuurtijdperken pre-Tiwanaku, Tiwanaku zelf en post-Tiwanaku worden nu vijf tijdvakken: Tiwanaku I tot en met V. Tegen 1972 wordt Tiwanaku I gedefinieerd als het onafhankelijke Boliviaanse hart van de Andes-beschaving. Zonder enig wetenschappelijk verantwoord bewijsmateriaal wordt het meteen ook ‘algemene kennis’ dat Tiwanaku minstens 50.000 inwoners had. Om de vraag op te lossen hoe zulk een laagproductieve hoogvlakte kon instaan voor zo’n massa volk, gaat men op zoek naar bijna onaardse economische hink-stap-sprongen, eerder dan kritisch te zijn en na te denken over mogelijke historische misinterpretaties.
Wetenschap, of waanzin?
Wetenschap boekt slechts vooruitgang door het formuleren van hypothesen. Hierbij gaat het om hypothesen die kunnen getoetst worden met behulp van een gestructureerd wetenschappelijk onderzoek. Niet alle hypothesen voldoen aan deze voorwaarde: sommige hypothesen worden geformuleerd om een antwoord te geven op feiten die een theorie weerleggen. Nadat de drie cultuurtijdperken niet langer aangehouden konden worden omdat nieuwe feiten bekend werden formuleerde Ponce de ad hoc-hypothese van de vijf tijdvakken Tiwanaku I tot en met V. Pseudoweten-schappelijk onderzoek ten top.
Kenmerken van pseudowetenschap
Er zijn vele voorbeelden van pseudowetenschap – een handjevol: creationisme, UFO-onderzoek, cryonisme, homeopathie en andere alternatieve geneeswijzen en parapsychologie. Pseudowetenschappers hebben veel feiten ‘van horen zeggen’. U hoort ze vaak verklaren dat ze hun bron niet meer weten, maar: ‘het staat ook in oude religieuze en mythologische werken, dus het moet wel waar zijn.’ Zelden of nooit doen pseudowetenschappers een eigen onafhankelijk en kritisch onderzoek. Pseudowetenschap baseert zich eerder op sterke verhalen, goed vertelde sprookjes en ooggetuigenverklaringen dan op gecontroleerde en herhaalbare wetenschappelijk verantwoorde experimenten. Anderzijds wordt een methodologisch waardeloos experiment aangenomen als het bijvoorbeeld aantoont dat astrologie werkt, terwijl honderden anderen goed uitgevoerde onderzoeken die het tegendeel bewijzen straal worden genegeerd. Veelal worden wetenschappelijke feiten genegeerd omdat een sluier van mystiek voor lezers, luisteraars en kijkers nu eenmaal meer ruimte openlaat voor geloof. Pseudowetenschappers komen ook nooit met nieuwe feiten of bewijzen. Een voorbeeld: het creationisme lijkt zich vooral te specialiseren in het zoeken naar fouten in de evolutietheorie. Zo heeft er inderdaad wel eens een foute C14-datering plaatsgevonden maar creationisten zullen zich steeds weer beroepen op dit ene onderzoek, terwijl ondertussen het C14-dateringsonderzoek veel verder gevorderd is.
Onwetendheden, samenzweringen, subjectieve bewijzen en valse autoriteiten. U ziet het allemaal gebeuren in pseudowetenschappelijke literatuur, zelfs in dagdagelijkse media, want ook daar worden we te pas en te onpas gebombardeerd met pseudowetenschappelijke onzin. Vele journalisten maken er – door enorme tijdsdruk? – soms maar een rommeltje van. Helaas bezoedelt hun werk niet enkel hun eigen vak, de journalistiek sector, maar ook geloof van mensen in de wetenschap en de massa’s wetenschappelijke gefundeerde onderzoeken die vandaag de dag uitgevoerd worden.
Conclusie
Moeten we onverklaarbare dingen steeds meteen aan buitenaardse of bovenaardse krachten toeschrijven? Zijn de voorlopig onverklaarbare positiespecifieke soortverschillen bij de schimmels die ik als onderzoeker-mycoloog bestudeer veroorzaakt door buitenaards tuig? Dienen we een onbekende lichtstraal in de lucht te verklaren als een UFO? Het verzinnen en – vooral – voortvertellen van piratenverhalen is leuk, maar misschien moeten we, vooraleer grootse uitspraken te doen, ons eerst een keer verdiepen in enige vakliteratuur en zo wat meer informatie opdoen over het onderwerp ter zake. Enkel op die manier kunnen we een bijdrage leveren aan de wetenschap.
(DH, Scientias.nl)
Bronnen
– Couture NC & K Sampeck 2003. Putuni: A history of palace architecture. In: Kolata A.L. Tiwanaku and its Hinterland: Archaeology and Paleoecology of an Andean civilization. Smithsonian Institution, Combined Academic, Chesham, Washington D.C.: 226-263.
– Isbell WH. Nature of an Andean City: Tiwanaku and the Production of Spectacle. Vranich A (ed). Edited book from Cotsen Institute Conference. To be published by Cotsen Institute of Archaeology. (In Press)
– Isbell WH 2004. Palaces and Politics in the Andean Middle Horizon. In Evans S.T. & Pillsbury J. Palaces of the Ancient New World. Dumbarton Oaks Research Library and Collection, Washington D.C.: 191-246.
– Vranich A 2006. The Construction and Reconstruction of Ritual Space at Tiwanaku, Bolivia: A.D. 500-1000. Journal of Field Archaeology 31 (2): 121–136.
– Vranich A 1999. Interpreting the meaning of ritual spaces: The temple complex of Pumapunku, Tiwanaku, Bolivia. Doctoral Dissertation, University of Pennsylvania.