Handig de zomer doorkomen
Soms heb ik het gevoel dat iedereen van de zomer houdt. En waarom ook niet? De temperaturen zijn vaak aangenaam, terrasjes staan paraat, vogeltjes kwetteren volop en – bovenal – het is vakantie! Daarboven gaan de temperaturen meer dan eens naar ongeziene, tegenwoordig soms apocalyptische, hoogten, zijn de stranden dichter bevolkt dan de mierennesten in de tuin, plakken alle kleren aan je lijf, is er meer UV dan zonnebrandcrème om je daartegen te beschermen en zit het hele huis vol vliegen en andere rotzooi. Ja, inderdaad. De zomer is een heerlijk gegeven.
Waar ik persoonlijk het meeste problemen mee heb, naast – onder andere – de overvolle toeristenbussen die de Autoroute du Soleil zodanig bezetten dat er monsters van files ontstaan en de watertekorten waardoor je effectief kan verboden worden om het zwembadje voor de kinderen te laten vollopen, zijn de talloze vliegen en andere zich door de lucht voortbewegende insecten die je huis binnendringen, allerlei voedingsmiddelen zoeken om zich in te nestelen, overal poepen en vooral irriterenderwijs langs je heen komen zoemen. Hebben de beesten geen ander levensdoel gekregen dan ons, mensen, mateloos ergeren? Ik vrees ervoor. Hoewel … Ze brengen ook ziekten voort. Voorbeelden: tyfus, parasitaire wormen, lepra, salmonella, cholera, dysenterie, tuberculose en ga zo maar door.
Anderzijds hebben huisvliegen (Musca domestica) mijns inziens één erg leuk apparaatje. Ze bezitten namelijk een soort slurf, die in vaktermen de proboscis genoemd wordt. Proboscis betekent letterlijk verlengde neus, maar bij geleedpotigen (Arthropoda), waartoe de huisvlieg behoort, betreft het de monddelen. Een vlieg screent er het oppervlak mee af, alsof ze met wichelroede op zoek is naar goud en edelstenen. De proboscis dient om voedingsstoffen op te zuigen en valt dan ook gemakkelijk te vergelijken met een holle stofzuiger. Erg grappig wordt het als je zo’n vlieg haar proboscis ziet uit- en weer oprollen. En het is niet alleen grappig, maar ook ontzettend mooi (zie foto).
Ik heb me deze ochtend tijdens het ontbijten dus – therapeutisch – geamuseerd met het observeren van vliegen en hun proboscis. Ik geef toe: dit gaat snel vervelen. Dan maar de grove middelen. Wat dacht je van een potje warm water, azijn en citroenschijfjes? Ik ben wat informatie gaan opzoeken op internet en dit werd me als hét wondermiddel tegen vliegen beloofd. Een gouden raad van tante Kaat! Geloof me echter vrij: die Kaat verkoopt voornamelijk prietpraat. Op geen tijd stond het hele huis vol met doosjes wondervocht … hopend dat er snel dode vliegen in zouden dobberen. Helaas. Na een halve dag, en meer vliegen dan ooit in huis, besloot ik de aftocht te blazen. Tante Kaat kan voor mijn part de hoogste boom in. Dan maar luisteren naar de raad van vrienden: “Ons moeder hangt altijd een zak gevuld met water aan de deur.” Een zak met water? De beweegreden is ambigu. Volgens de vrouw in kwestie heeft het te maken met het feit dat de vliegen zichzelf uitvergroot zien in die zak en daardoor schrikken. De man – met rode kaken van plaatsvervangende schaamte – probeerde zich te redden met wat wetenschappelijk gezwets: vliegen komen niet in huis omdat zij niet houden van de weerkaatsing van het licht. “Volgens mij schrikken ze, hoor”, bleef de vrouw herhalen. Wat de reden ook is, als het bij hun moeder lukt, zal het bij u thuis ook wel werken. Uittesten, die handel!
Voorts zouden knoflook, citronellakaarsen, kruidnagels, koffie, basilicumplanten, brandnetels, notenbomen en ajuinen helpen om vliegen uit huis te jagen. Ook pepermunt, eucalyptus, lavendel en haarspray worden genoemd. Allemaal interessant en leuk gevonden, maar niet heus. Ik zit nog steeds met een door vliegen bezeten huis.
Mijn grootmoeder – moest ik er één hebben – zou een laatste redmiddel voorstellen: verf zoveel mogelijk blauw. Vliegen houden blijkbaar niet van deze kleur van de zee. Volgens internet (alweer!) is dit de reden dat keukens vroeger blauw werden geschilderd. Haal die blauwe verf maar boven!
Van nature ben ik een nieuwsgierig mens. Een weinig later na het vinden van oma’s advies had ik dan ook zicht op een wetenschappelijke publicatie over vliegen. Het is te gek dat onderzoekers zich fulltime bezighouden met vliegen en bestrijdingsmethoden om vliegenpopulaties terug te dringen. Maar goed, ze bestaan. Ik wil dan ook nog eens ecologisch verantwoord werken, dus geen spuitbussen graag. Spuitbussen helpen altijd, maar zij werken meer het gat in de ozonlaag in de hand dan effectief vliegen te verjagen, en dan vermeld ik nog niet eens alle chemische brol die erin werd verwerkt. Erg biologisch is het de vliegen juist naar een val te lokken door gebruik te maken van natuurlijke prikkels. We spreken over visuele en geurprikkels. Deze val moet de vliegen dan netjes, snel en (liefst) geruisloos uitschakelen. Een van de conclusies van het verslag: “Vaak betwisten studies over vliegen elkaar.” Dat moest er nog bijkomen: researchers die elkaar in de haren vliegen! Waar de meeste recente studies wel in overeenkomen is dat het reageren op zowel licht als geur afhangt van de herkomst, de sekse en zelfs de leeftijd van de vlieg in kwestie. Eén vlieg, één reactie. En … hoeveel vliegen zijn er ’s zomers zoal aanwezig in een gemiddeld huis? Juist ja. Zo zullen vliegen die jonger zijn dan drie dagen nooit met licht kunnen worden gelokt, wel met geuren. Ultraviolet licht werkt over het algemeen goed als lokmiddel voor vlieger ouder dan drie dagen. Bepaal anders snel even de leeftijd van de vlieg die je op dit moment rond je hoofd aan het aasgieren is. Ook geuren kunnen helpen, al wordt dit telkens weer beïnvloed door de combinatie van omgevingsgeuren. Een laatste raadgeving: combineer geen UV-licht met een geurbron, deze samenwerking is nefast om vliegen te lokken.
De meest lachwekkende tip lees ik op een forum: Maak een groot bord eten en plaats (lees: offer) dat op de salontafel. Eet zelf aan de eettafel. Resultaat: de vliegen doen zich smakelijk te goed aan wat zich op de salontafel bevindt en laten u met rust. Voor de auteur van deze tip (ene Eline) hoop ik dat dit een grapje was, bepaald serieus kon ik alvast niet blijven.
Het beste middel is en blijft nog steeds de vliegenmepper. U kan ook altijd een tennisracket proberen. Een elektrische vliegenmepper is tevens een nuttig wapen. En diervriendelijk – kwestie van de vliegjes niet te lang laten afzien. Dierenwelzijn gaat voor alles!
Danny Haelewaters
voor De Beiaard
Geweldig artikeltje … Een leuke combinatie van wetenschap, grootmoederkennis en dagdagelijkse frustratie.
Een vermakelijk maar weinig nuttig artikel. Voor de lezers die écht willen weten hoe men de vliegen buitenshuis houdt: koop een hor.
Je hoeft geen wetenschapper te zijn om te begrijpen dat de huisvlieg, bromvlieg en strontvlieg (maar ook de wesp, enz.) niet door de mazen van het gaas passen.
Gelijk de hordeur achter je kont dicht trekken en je hebt de hele zomer welgeteld nul vliegen in huis.