Olieramp Golf van Mexico – anderhalf jaar later
Over BP werd al veel gezegd en geschreven. Vooral een jaar geleden. De kranten stonden bol van de catastrofale verhalen over alle noodlottige gebeurtenissen aldaar. Stervende dieren, verloren gegane natuurgebieden, ontwrichte voedselketens, … Een jaar later kraait er geen haan meer naar het onheil dat geschiedde, maar is alle ellende ten einde? Helaas. Een verslag.
Iedereen herinnert zich vast nog het relaas. Op 20 april 2010 ontploft het boorplatform Deepwater Horizon, er vallen 11 doden en 17 gewonden. Tijdens bluspogingen zinkt het boorpatform, waardoor de boorstang breekt. Maandenlang stromen miljoenen liters olie in zee. Oliemaatschappij BP, leaser van het boorplatform, tracht het gat te dichten maar slaagt daar lange tijd niet in. Uiteindelijk belandt zo’n 780 miljoen m3 ruwe olie in het zeewater van de Golf van Mexico. De aangrenzende Amerikaanse staten Louisiana, Florida, Alabama en Mississippi roepen de noodtoestand uit; President Barack Obama spreekt over ‘de ergste milieuramp in de Amerikaanse geschiedenis’.
Op 15 juli wordt het lek gedicht. De definitieve sluiting wordt gestart op 4 augustus, via de operatie “static kill”.
Daarnaast zijn er de juridische feiten. De Amerikaanse regering klaagt BP aan wegens overtredingen van milieuwetten. BP op zijn beurt daagt Transocean (eigenaar van het ontplofte boorplatform) en Cameron International (onderaannemer) voor de rechtbank wegens nalatigheid. De Amerikaanse regering zelf krijgt bakken kritiek omdat ze de gevolgen van de olieramp heeft onderschat en informatie heeft achtergehouden. Transocean is zich van geen kwaad bewust: alle topmanagers krijgen in april 2010 een bonus toegekend omdat ‘2010 het beste jaar inzake veiligheid’ was.
Oliemaatschappij BP laat een studie uitvoeren waaruit blijkt dat de gevolgen van de olieramp ‘tegen eind 2012 hersteld zullen zijn’.
Milieuschade
Akkoord, de olieramp in de Golf van Mexico kost miljarden euro’s. Maar wordt daarmee het leed van getroffen ecosystemen gecompenseerd? Het gaat hier immers over onuitwisbare schade die nog jaren – decennialang – zal aanslepen.
Enkele onafhankelijke rapporten spreken de studie uitgevoerd door BP tegen: op de zeebodem in de Golf van Mexico ligt een laag oliedrek en dode dieren, soms tot 10 cm dik. Het leven op de zeebodem is volledig verwoest. Herstelbaar? Misschien, al zal dit nog jaren tot decennia duren. Het verdwijnen van bepaalde dieren uit de voedselketen beïnvloedt ook andere diersoorten uit het systeem, en op termijn ook talloze vissoorten (en indirect de visserijsector in de omgeving).
Ook ver boven de oceaanbodem zijn er problemen met dode vissen die aan de oppervlakte drijven en dode vogels die aanspoelen. Een bekende kwestie – de foto’s gaan volop de wereld rond – zijn de met olie besmeurde pelikanen die op de stranden belanden. Als er olie op de veren terechtkomt, gaan de veren ‘samenplakken’ waardoor meerdere openingen ontstaan in het verendek. De dieren krijgen het bijgevolg koud en worden ziek. Gelukkig voor hen zijn er verschillende opvangcentra en tal van vrijwilligers die, met tandenborstel gewapend, de pelikanen te hulp schieten, al vormt dit slechts een druppel op de hete plaat, omdat niemand weet hoe verstrekkend de gevolgen zijn op de zeebodem.
Enkele cijfers: 6.000 vogels en 600 zeeschildpadden zijn gestorven ten gevolge van de olieramp. Honderden zeezoogdieren, waaronder dolfijnen, hebben het niet overleefd. Meer dan 2.000 met olie besmeurde vogels zijn van de kusten geplukt en verzorgd.
Vissenleed
Over het leed van vissen valt helaas weinig nieuws te rapen. Misschien vertelt dit meer over hoe belangrijk wij mensen het vissenleed vinden dan over dat vissenleed zelf. Het staat immers vast dat we niet hoopvol moeten zijn over de overlevingskansen van vissen in de Golf van Mexico. Wetenschappers vergelijken de situatie met een aquarium waarin je een fles afwasmiddel spuit. Alles gaat dood.
In het kustgedeelte dat hard werd getroffen door de olieramp, zijn honderdduizenden vissen komen bovendrijven, en dit beperkt zich niet tot enkele soorten. De olie die de zeebodem bedekt wordt afgebroken door bacteriën. Dit gebeurt wel vaker, maar nu is de hoeveelheid olie gigantisch. Dat maakt dat de bacteriën volop floreren en grote hoeveelheden zuurstof opgebruiken: er ontstaan “dead zones” waarin vissen letterlijk stikken.
Voedselketenproblemen
Een studie van de universiteit van Georgië toont aan dat er geen zeekomkommers meer voorkomen op de bodem van de Golf van Mexico. Zeekomkommers zijn nochtans wereldwijd als bewoners van de zeebodem aanwezig. Over het algemeen voeden zij zich met plankton en rottend organisch materiaal; daarmee hebben zij een plaats onderaan de voedselketen. Hun predatoren moeten nu op zoek naar ander voedsel.
Ook aan de andere kant van de voedselketen zijn de gevolgen van de olieramp te merken. In januari en februari 2011 zijn tien keer meer dan normaal dode dolfijnen aangespoeld aan de plaatselijke stranden. De dolfijnenpopulatie lijkt af te nemen en dit kan enkel te maken hebben met de olieramp.
Corexit – de agent orange van de zee
BP heeft een heleboel pogingen ondernomen om de gelekte olie in het water op te lossen, vaak zonder succes. De vraag is hoe natuurlijk en/of ecologisch deze pogingen zijn geweest. Er bestaat hier heel wat onduidelijkheid over. BP gebruikte bijvoorbeeld Corexit als chemisch product om de olie te bestrijden. Helaas was de combinatie Corexit-olie nadeliger voor plant en dier dan enkel de olie. Theoretisch gezien zou Corexit bacteriën moeten helpen die de olie afbreken; in praktijk bleek dat dit net niet gebeurde bij de weglekkende olie in de Golf van Mexico. Corexit is dan nog eens kankerverwekkend, mutageen en bijzonder toxisch op zich. Dat Corexit wordt geproduceerd door een bevriende onderneming van BP zal wel niet vreemd zijn aan het gebruik van dit onvriendelijke product, ten nadele van andere – betere en minder schadelijke – chemicaliën.
Misschien zette BP de Corexit enkel in om de grote hoeveelheden olie voor het grote publiek te maskeren? Wie zal het zeggen. Het was alleszins niet de beste beslissing van BP. De andere chemische middelen die BP gebruikte getuigden evenmin van enig (ecologisch-)wetenschappelijk inzicht, gezien meerdere van deze producten in een aantal landen verboden zijn.
En nu?
Een wetenschappelijke medewerker van de universiteit van Georgië denkt dat ‘we pas vanaf 2012 echt zullen beginnen zien wat de gevolgen van de ramp zijn.’ De schuldigen mogen nog zoveel schadeclaims krijgen als mogelijk, de ecologische schade is ongezien en mogelijk onomkeerbaar. We kunnen alleen maar hopen dat de natuur veerkrachtig is en haar oorspronkelijke evenwicht terugvindt.
(DH, VISinZICHT)
Zielig voor de dieren.